Na een geweldige stage in groep 1/2 begin ik vol goede moed aan mijn nieuwe stage op dezelfde school. Zonder aarzeling kan ik zeggen dat ik het juffenvirus helemaal te pakken heb. Ik bruis van de lesideeën en heb er zin in!
Op mijn eerste kennismakingsochtend heten Juf Kim en de leerlingen van groep 4 mij hartelijk welkom. Al tijdens de ochtendpauze vraagt Kim naar mijn plannen voor het aankomende half jaar. Omdat ik moet werken aan de competentie ‘Individuele zorg’ zeg ik dat ik wil beginnen met het observeren van één of twee kinderen waar ik uiteindelijk een hulpplan voor kan maken. Als ik vraag welke kinderen wel wat extra zorg kunnen gebruiken, lacht ze cynisch. ‘Há, dan ben je in deze klas aan het goede adres.’
Ze vertelt dat er ongeveer tien kinderen in deze klas zitten die op de één of andere manier aanvullend worden ondersteund. Sommige kinderen hebben leerproblemen, sommigen krijgen ondersteuning op sociaal-emotioneel vlak, één meisje heeft een ‘rugzakje’ en één jongen heeft de diagnose ADHD.
Gedurende de ochtend breken er steeds kleine ruzietjes uit tussen een paar jochies. Juf Kim vertelt tijdens de lunch dat zij hiervoor aparte sessies houdt, waarin zij hun gedrag bespreekt. Ik vraag of ik hier een keer bij mag zijn om te kijken hoe zij dit aanpakt, maar dit vindt ze geen goed idee. ‘Dan verstoor je het proces.’ Jammer.
Dan stel ik voor om de jongen met ADHD te observeren om een hulpplan voor hem op te stellen. Dat vindt juf Kim gelukkig wel goed. Ook vraag ik of er projecten zijn waar ik aan mee kan werken. Ik moet namelijk ook hard aan de slag voor de competentie ‘Samenwerken met mijn omgeving’. Argwanend kijkt Kim mij aan, maar ze vindt het goed als ik bij het eerstvolgende teamoverleg ben. Daarna nodigt ze me uit voor de ouderavond, waar ik gretig ja op zeg.
Als we na de lunch terugkomen in de klas is het één grote chaos. Er heerst een grimmige sfeer. De kinderen rennen en gillen door elkaar heen. Achter mij hoor ik geruzie om een pen. Ik stel mijzelf voor aan de overblijfjuf en -meester. Gestresst wensen ze mij veel succes in deze klas. Hmmmm. Iets zegt mij dat ik dit goed zal kunnen gebruiken…