We dance to feed the soul

Dit stuk is verschenen in het E-zine van Edukans: We dance to feed the soul

‘We eat and drink, to feed the body. But we dance, to feed the soul…’ Met een dik Afrikaans accent legt dansdocent John Kayongo uit wat dans voor de meeste Afrikanen betekent. Hij vindt het jammer dat in de media vaak de negatieve kanten van het Afrikaanse continent aan bod komen. “We know we have aids, we know we have violence, we know people are hungry!”. Met zijn workshops wil hij graag de positieve kanten van het werelddeel naar voren brengen. En één van die positieve kanten is volgens John de Afrikaanse dans. Zijn dansworkshop maakt deel uit van het voorbereidingsweekend op mijn Onderwijsexpeditie naar Ethiopië dit najaar.

John vertelt dat Afrikaanse danspassen en dansrituelen veelal een betekenis hebben. De danspassen beelden activiteiten uit, als water halen of koren zaaien. Om de danspassen te leren, moeten we van John eerst “onze hersenen uitzetten”. Dat doen we door ons hoofd denkbeeldig open te ritsen en de hersenen op te bergen.

Dan moeten we ons aan onze buren in de kring voorstellen. Handen worden geschud en namen worden genoemd. Alhoewel we al een weekend met elkaar optrekken, gedraagt iedereen zich opeens formeel en afstandelijk. John wijst ons hierop en vertelt dat Afrikanen meestal veel uitbundiger zijn dan Nederlanders. Als een ware stand up comedian doet hij dit na. Hij laat ons elkaar opnieuw begroeten, maar nu met een gulle lach en hartelijke omhelzing.

Vervolgens doet hij nog wat meer verschillen tussen Afrika en Nederland uit de doeken. Zo laat hij zien hoe op Nederlandse huisfeestjes vaak allemaal groepjes ontstaan. Hier een groepje (“gesellig”), daar een groepje (“gesellig”). Hij concludeert: “In Holland, when you are alone at a party…you have a big problem.” Dan vertelt hij dat Afrikanen veel sneller op een vreemde af zullen stappen. Is er een stuk brood dan deelt iedereen het met de familie. En het liefst nodigt men de buren ook nog uit. “So, when you want to be alone in Africa, thén you have a big problem.”

Een ander verschil is volgens John dat Afrikanen meer in het moment leven en zich neerleggen bij natuurverschijnselen. Om dit te illustreren, vertelt hij hoe hij begin dit jaar een optreden met zijn band moest afzeggen vanwege de sneeuwstormen. Hij belde zijn medebandleden en zei “we kunnen vandaag niet optreden, want de treinen rijden niet.” Toch liet hij zijn Afrikaanse vrienden meegaan naar het station. “I said, sit down here. We are going to observe the people”.

Hij vervolgt: “What do you think the Dutch people do when you tell them: “There is a snowstorm, the trains are not going. Please, do not come to the station.”? What do you think the Dutch do? Well? They come to the station.” Op hilarische wijze beeldt hij de druk ijsberende Nederlanders met stressballetjes op Utrecht centraal station uit, hopend op een wonder, namelijk een trein naar hun werk. Met een knipoog legt hij vervolgens uit hoe uitbundig blij Afrikaanse mensen zullen reageren als ze niet kunnen werken vanwege een sneeuwstorm en hun werkgever hen toch doorbetaalt.

Het is warm in het zaaltje, maar we oefenen zonder terughoudendheid verschillende bewegingen. Op opzwepende muziek klappen we met onze handen, zaaien we, malen we, brengen we water en bewegen en schudden we met ons lijf. Wat een energie heeft deze dansleraar!

Na deze workshop weet ik het zeker: Ethiopië here I come!