Ik ga door!

Heksen volgen de geur van kleine kinderen. Tenminste, zo heb ik ooit geleerd van Roald Dahl. In het trappenhuis van mijn nieuwe stageschool begrijp ik opeens hoe de schrijver op dat idee kwam. Er hangt een zoete, weeïge geur. De geur van kleine kinderen. Omringd door wauwelend grut en gehaaste ouders baan ik mij een weg omhoog.

Stagementor Doris van groep 1/2 ontvangt me hartelijk en stelt me voor aan de andere juffen. Sommige ouders stappen op me af om een praatje te maken. Fijn, om meteen zo betrokken te worden. Voor ik het weet, zit ik op een ministoel naast een dreumes die zijn speelgoed aan me laat zien.

De dag begint met het vieren van de verjaardag van Sanne in de kring. Dan mogen de kinderen spelen. Ik ben al eens langs geweest om kennis te maken met de groep, maar ik moet aanvankelijk erg wennen aan hun leeftijd. Ze zijn zo schattig en aanhankelijk en ik ben bang dat ik ze pijn doe of te streng ben. Ze vragen heel andere dingen dan de kinderen in mijn vorige stagegroep, die ik in het begin stiekem mis. Ik moet een heel andere manier vinden om te communiceren.

Doris legt gedurende de dag veel uit. Ik waardeer dit ontzettend, aangezien ik me in mijn vorige stage soms een beetje verloren voelde. Ze heeft veel gereisd en naar eigen zeggen ‘1000 en 1 banen’ gehad voor ze het onderwijs in ging. Ze is getrouwd met een Spanjaard en spreekt vloeiend Spaans. Dat komt goed van pas, aangezien er twee Spaanse kindjes in de klas zitten.

Bij ‘arbeid naar keuze’ vraagt Merel steeds wat ze moet tekenen. Om vervolgens iets totaal anders te tekenen. Doris wijst me erop dat zij aan het testen is hoe ver ze kan gaan. Dan vraagt ze of ik Pim wil zoeken. Hij is kwijt. Ik zoek overal en vind hem op het toilet. Pim lijkt een beetje de kluts kwijt en ik vraag of ik hem kan helpen. Terwijl ik me afvraag waarom dit in vredesnaam heb voorgesteld, gaat Pim gretig op mijn aanbod in en buigt voorover. Voor ik het besef, sta ik de billetjes te vegen van een kindje dat ik pas twee uur ken. Terwijl Pim weer teruggaat naar de klas, maak ik zelf ook maar even gebruik van het minitoilet om van de schrik te bekomen. Achter de lage deurtjes doe ik een schietgebedje dat er niemand binnenkomt.

Terug in de klas vertel ik Doris over het veeg-incident. Ze zegt dat hij dat Pim dat al lang zelf moet kunnen. Ik neem me voor om verwende of doortrapte acties van deze kleine wurmpjes sneller in de smiezen te krijgen. Dan schuifelen twee meisjes in verkleedkleren en veel te grote pumps voorbij. ‘Bent je er volgende week weer?’ vraagt Senna. ‘Ja, volgende week ben ik er weer,‘ hoor ik mezelf zonder aarzeling zeggen. Geen twijfel mogelijk.